De Fa 330 roterende vleugelvlieger, gebouwd in Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog, werkte volgens het principe van de autogyro. Het bood een verhoogd observatieplatform voor één man terwijl hij achter een onderzeeër aan de oppervlakte werd gesleept. In de lucht hield de piloot telefonisch contact met de onderzeeër.De Fa 330 was aan de onderzeeër bevestigd met een staalkabel die vanaf een lier op het dek werkte. Tijdens een normale terugkeer naar de onderzeeër wond de lier zich in de kabel totdat de Fa 330 op het dek stond. Er was echter een noodprocedure waarbij de piloot de bladen en de rotornaaf kon overboord gooien. Toen het rotor samenstel uit elkaar ging, opende het automatisch een parachute die aan zowel de machine als de piloot was bevestigd. De piloot liet toen zijn veiligheidsgordel los en het vliegtuig viel in zee, waardoor de piloot alleen per parachute naar beneden ging.
